Heeft u uw
financiële zaken
op orde?

Lees de checklist

Intermedis A & A

Eenmanszaak omzetten in BV of juist niet? Reken uit wat fiscaal voordeliger is

Geplaatst op: 15-05-2023, 10:15:38

Het tarief van de vennootschapsbelasting is lager dan dat van de inkomstenbelasting. Dit biedt mogelijkheden voor de ondernemer om belasting te besparen door omzetting van de eenmanszaak in BV-vorm. Maar de wijziging van de juridische en fiscale positie van de ondernemer die DGA wordt is ingrijpend. In het algemeen is anno 2023 omzetting in een BV fiscaal pas voordelig bij een jaarlijkse winst vanaf € 120.000. Belangrijk is om aan de hand van een goed rekenmodel voor de ondernemer uit te rekenen en te onderbouwen of omzetting in BV-vorm ook daadwerkelijk voor hem/haar fiscale voordelen biedt. Welke elementen spelen een rol bij een cijfermatige/fiscale vergelijking van de situatie van een eenmanszaak ten opzichte van de BV?

BV, ja of nee? Reken het uit voor de ondernemer!

Als IB-ondernemer bestaat er recht op ondernemingsfaciliteiten. Het gaat dan met name om de zelfstandigenaftrek (in 2023 € 5.030, mits 1225 uren gewerkt) en de MKB-vrijstelling (in 2023 14%, aftrekbaar tegen de tweede tariefschijf).

In BV-vorm bestaat geen recht op deze ondernemingsfaciliteiten. De DGA krijgt dan een salaris van de BV dat aftrekbaar is van de winst. Over het verschil is de BV vennootschapsbelasting verschuldigd tegen een relatief laag tarief tot € 200.000 winst (in 2023 19% en 25,8% daarboven). Bij uitkering van winstreserves aan de DGA is tevens aanmerkelijkbelangheffing in box 2 verschuldigd (in 2023 26,9%)

Maar dit is nog maar het begin van de berekening.

Het is aan te bevelen om in de cijfermatige/fiscale vergelijking tevens rekening te houden met de volgende elementen:

  • hoogte (gebruikelijk) loon en (benodigde) dividenduitkering voor DGA;
  • de hoogte van de AB-claim in de BV over de (oplopende) winstreserves;
  • accountants- en advieskosten: deze zijn hoger bij een BV dan bij een eenmanszaak;
  • de vrije ruimte in de werkkostenregeling bij een BV (in 2023 tijdelijk 3% tot € 400.000 aan loonsom);
  • ander inkomen in box 1: indien dit positief is (bijv. door ROW), dan is een BV eerder gunstiger, wanneer dit negatief is (bijv. door eigenwoningaftrek), dan is de eenmanszaak eerder gunstiger;
  • verschuldigde premies inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet: die zijn bij de BV eerder lager dan bij de eenmanszaak, aangezien de premies afhankelijk zijn van de hoogte van het arbeidsinkomen;
  • effecten heffingskortingen, met name de arbeidskorting en de algemene heffingskorting (zijn inkomensafhankelijk en meestal gunstiger bij een BV);
  • ruisende dan wel geruisloze inbreng in de BV (verderop meer hierover).

Daarnaast is het een goed idee om samen met de ondernemer de toekomstige plannen mee te nemen in het advies om al dan niet de BV in te gaan. Is het bijvoorbeeld de bedoeling dat de vrije liquiditeiten van de BV worden ingezet voor het aangaan van een lening voor de aankoop van een eigen woning voor de DGA? Is er sprake van een pand dat (later) als belegging wordt gezien en waarbij het ongewenst is dat het overgaat naar box 3? Vaak is het voordeel van een BV ten opzichte van een eenmanszaak niet groot (genoeg) en dan kunnen antwoorden op dit soort vragen de doorslag geven in de keuze om al dan niet de BV in te gaan.

Ruisend of geruisloos de BV in?

Wat is fiscaal voordeliger, ruisend of geruisloos de BV in? Dat hangt onder meer af van de hoogte van de goodwill en de stille reserves (op met name onroerende zaken). Bij een ruisende inbreng vallen die vrij in de stakingswinst en dient hierover te worden afgerekend in box 1. Tot een bepaald maximum kan hiervoor een stakingslijfrente (van de BV) worden bedongen. Afhankelijk of de termijnen van lijfrenten direct ingaan of later en de leeftijd van de ondernemer is een premie voor een oudedagslijfrente dan tot een maximum tot € 255.595 of € 127.755 (cijfers 2023) in box 1 aftrekbaar. Als de goodwill en de stille reserves in totaliteit beneden dit maximum blijven, dan kan door het bedingen van de stakingslijfrente per saldo dus worden voorkomen dat effectief ook belasting is verschuldigd. De vrijgevallen goodwill/stille reserves verhoogt jaarlijks het afschrijvingspotentieel van de BV, wat een besparing van vennootschapsbelasting oplevert. Meestal is het dan gunstiger om te kiezen voor een ruisende inbreng, omdat bij een geruisloze inbreng een verhoging van het afschrijvingspotentieel niet aan de orde is.

In het algemeen ligt een geruisloze inbreng eerder voor de hand wanneer:

  • de hoogte van de goodwill en stille reserves in totaliteit meer bedragen dan de maximale stakingslijfrente-aftrek;
  • de hoogte van de goodwill/stille reserves onzeker is en men niet het risico wenst te lopen dat de Belastingdienst daarvan later afwijkt (en flink hoger vaststelt);
  • de terugwerkende kracht naar het begin van de boekjaar leidt tot een relatief grote besparing in box 1 (bij ruisende inbreng is slechts 3 maanden terugwerkende kracht mogelijk).

Let op: de voorwaarden die gelden voor geruisloze en ruisende inbreng zijn verschillend. Bij geruisloze inbreng geldt bijvoorbeeld een ‘verkoopverbod’ van de aandelen van drie jaar die bij ruisende inbreng niet geldt. Ook is het belangrijk om bij inbreng van onroerende zaken te letten op de toepassing en behoud van de vrijstelling voor de overdrachtsbelasting.

Samenwerkingsverbanden

Niet alleen een eenmanszaak kan worden omgezet in een BV; hetzelfde geldt voor een aandeel in een samenwerkingsverband, waaronder een aandeel in een vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap of maatschap. Daarvoor gelden dezelfde overwegingen als hiervoor genoemd. Vaak is het gewenst dat de andere vennoten of maten dan ook hun ondernemingsdeel in een BV onderbrengen, maar dat is zeker geen vereiste.

De BV in ter beperking van de aansprakelijkheid in privé

Een belangrijke reden om de onderneming om te zetten in BV-vorm is om zo de aansprakelijkheid in privé te beperken. Goed is wel om vooraf te beoordelen hoe groot dit risico precies is. Is er bijvoorbeeld een aansprakelijkheidsverzekering en dekt die bij bepaalde gebeurtenissen de ontstane schade?

Vaak wenst de bank dat er in privé borg wordt gestaan of (hypothecaire) zekerheden worden verstrekt voor schulden van de BV. Als de BV in dat geval failliet zou gaan, dan zal de bank de DGA ook in privé voor deze schulden aanspreken.

Denk ook aan mogelijke bestuurdersaansprakelijkheid. De bestuurder van de BV kan in privé aansprakelijk worden gesteld, indien hij/zij zijn/haar taak als bestuurder niet goed uitvoert. Denk daarbij aan situaties waarbij het voeren van een administratie wordt verwaarloosd, de jaarrekening niet tijdig wordt gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel of aan andere vormen van (kennelijk) onbehoorlijk bestuur.

Veel ondernemers met betalingsproblemen kunnen de btw- of loonbelastingverplichtingen niet na komen. Als dan niet-tijdig een betalingsonmacht bij de fiscus van btw- of loonbelastingschulden wordt gemeld (binnen 2 weken), dan kan er door de fiscus een beschikking aansprakelijkheidsstelling in privé worden opgelegd.

Kortom: beperking van de aansprakelijkheid in privé is een belangrijke reden om de BV in te gaan, maar neem daarbij zeker bovengenoemde kanttekeningen in overweging bij de uiteindelijk keuze.

Andere redenen om juist wel of niet de BV in te gaan

Naast bovengenoemde (fiscale) overwegingen kunnen ook de volgende argumenten een rol spelen bij de keuze om al dan niet de BV in te gaan:

  • Status: met een BV wordt men eerder serieus genomen is de gedachte. In sommige kringen zou dit eerder kunnen leiden tot (grotere) opdrachten en dus commercieel voordeel;
  • Het aantrekken van investeerders/venture capitalists: dit is eenvoudiger in een BV-structuur dan in een transparant samenwerkingsverband;
  • Toekomstige bedrijfsopvolging: in BV-vorm is dit meestal eenvoudiger, zeker wanneer het mogelijk is dat de aandelen van de werk-BV door de holding-BV onder de deelnemingsvrijstelling kunnen worden verkocht;
  • De (holding) BV kan fungeren als spaarpot voor de oude dag; de DGA kan een lening aangaan voor bijvoorbeeld de eigen woning; tevens kan bij omzetting van de eenmanszaak een stakingslijfrente van de BV worden bedongen.

Michiel Opgenoort is belastingadviseur bij Opgenoort Belastingadvies en als auteur en specialist verbonden aan Fiscaal Vanmorgen.

Bron: www.accountancyvanmorgen.nl van 12 mei 2023

Ga terug naar de vorige pagina